Ik was van de week bij een start-up bijeenkomst. En dat was een interessante, onalledaagse - zelfs onvergetelijke - ervaring.
Het was een besloten lunch met een paar hele belangrijke mensen uit de wereld van economie, innovatie en technologie. Mensen die hun sporen ruimschoots verdiend hebben. Ik was de odd one out.
Lunch & learn
Zo gaat dat soms, in de ambtelijke hierarchie: dan mag ik als inhoudsdeskundige aanschuiven bij bijzondere gelegenheden waar eigenlijk mensen die veel hoger in de boom zitten voor zijn uitgenodigd.
(Een van de ‘startup founders’, die tegenover me zat, vroeg: ‘Doe je dit vaak?’. Ik mompelde ‘Zo min mogelijk’. Ik zei het heel zachtjes, want ik zat naast iemand waar ik een beetje zenuwachtig over was en die ik niet wilde beledigen. De waarheid is dat dit soort momenten een voorrecht zijn en ik de afgelopen 1,5 jaar een paar onvergetelijke diners en bijeenkomsten heb meegemaakt met mensen die je normaal alleen op televisie ziet en waar ik in alle gevallen veel van geleerd heb. Perk of the job!)
Het was een bijzondere locatie voor een bijzondere lunch met bijzondere mensen. Allemaal extreem gedreven, en verbonden in hun overtuiging dat de Nederlandse economie vraagt om een goed start-up klimaat.
Daar kan ik het onmogelijk mee oneens zijn. Als er geen innovatie plaatsvindt, als we onvoldoende investeren, missen we kansen. Als overheid, als samenleving en als land dat opereert binnen een wereldwijd speelveld.
En toch: er zijn verschillen tussen ons.
Jagen
Zo was ik die middag gehaast van de lunchlocatie vertrokken vanwege een heel scala aan urgente vragen en spoedgedoetjes (er is altijd wel iets gaande in de wereld van AI-beleid). Niet in een Uber, zoals de start-up founders. Maar op zijn ambtenaars: 10 min lopen, metro, trein, andere trein, bus.
Toen ik de volgende dag weer tot over mijn oren in de nota’s, presentaties, fiches, verdiepingssessies en beleidsvraagstukken zat, na een lange avond werken en sochtends als eerste op kantoor, dacht ik: ik werk waarschijnlijk niet veel minder hard dan die start-up founders waarmee ik gisteren aan tafel zat. Alleen werk ik voor een totaal ander doel.
En dat is OK.
Want ik jaag niet op investeerders, maar op impact.
Ik hoef de wereld niet te veroveren: ik wil hem veranderen.
Ten goede.
Voor anderen.
(Wat dat betreft: als er een paar handige en verantwoorde AI-toepassingen zijn die me kunnen helpen mijn emails en documenten te managen en informatie sneller te vinden, zeg ik daar volmondig ja op. Dat zou mijn werkdruk minder en mijn werk leuker maken. Ik stel me zo voor dat ik tegen de computer roep: waar is die e-mail met het voorstel voor die nota over opschaling van AI bij de overheid? - en dat ik hem dan zo in mijn scherm krijg. Met een voorstel voor wijzigingen op basis van mijn eerdere werk. I.p.v. dat ik weer 10 minuten kwijt ben aan zoeken in 10.000 (letterlijk) emails in mijn inbox met die belabberde zoekfunctionaliteit. Ik weet dat een paar mensen aan die lunchtafel daar op dit moment aan werken. Dus alles komt goed.).
Move fast
Ooit wilde ik zelf een start-up oprichten. Ik had al een potentiële partner uit de financiële wereld.
‘Geld is nooit het probleem’, zei hij.
Daar moet ik nog vaak aan denken.
Want geld is geen probleem voor hem of voor de mensen die aan die lunchtafel zaten. Het was hen gelukt om investeerders te vinden. Er gaan enorme bedragen om in de bedrijven die vertegenwoordigd waren.
Maar geld is voor de meeste mensen met ideeën wel degelijk een probleem. Vooral mensen die de wereld willen veranderen.
Er zit onvoldoende economische winst in meer geluk, meer bomen in de straat, minder stress, meer tijd, betere consumentenbescherming, meer democratische controle, schonere straten of - kennelijk? - in AI die meer verantwoord en ethischer is.
Move fast & break things, was het geloof ik?
Maar daar hadden we het niet over, aan de lunchtafel.
Upstart
Misschien maar goed ook. Want hoe langer ik er over nadacht, hoe meer ik me realiseerde dat de doelen van de meeste van mijn tafelgenoten en die van mij wel eens heel ver uit elkaar zouden kunnen liggen.
In zekere zin was ik de upstart onder de start-ups.
Of was het nou juist omgekeerd …?
Groet,
Elja