Moeten en willen
Goedemorgen! Herfstig, he. Heb je je winterjas al aan? Ik niet. Had ik gisteren spijt van. Brrr.
Ik zat in al die herfsferen en met de regen op de ramen een beetje te peinzen over mijn werk. In de zin van: wat ik allemaal moet doen. Of zou willen doen. Niet *nu*, op zaterdagochtend. Zou ik wel willen maar dan geef ik het verkeerde voorbeeld.
Anyway. Toen ik daar over aan het klagen was tegen A, realiseerde ik me dat het eigenlijk niet ging om wat ik moet.
Ik doe wat ik moet, en dat ook nog eens met veel plezier. Ik krijg niet alles af, maar ik heb gelukkig collega’s die kunnen bijspringen. Scheelt een hoop.
Nee, het gaat er eigenlijk niet om wat ik moet. Het gaat er om wat ik wil. En waar ik niet aan toe kom.
Willen en kunnen, moeten en mogen
‘Het schijnt’, zei iemand tegen mij toen we het hier over hadden, ‘dat de meest succesvolle mensen (oh sorry, ik bedoel natuurlijk Succesvolle Mensen) de mensen zijn die tijd vinden om de dingen te doen die ze nodig vinden, buiten wat ze moeten doen.’
Huh, dacht ik, dát dus.
(even los van ‘succes’ want what-everrrrrr)
Daarom ging ik op zoek naar de theorie. Ik wel weten hoe je dat doet, dingen je die je wil naast dingen die je moet. Er is tenslotte overal wel een managementtheorie over, toch?
Helaas. Ik kwam niet verder dan ‘over performace’. ‘Grip’ en ‘delegeren’. En de bekende willen-kunnen-matrix.
Niet willen en niet kunnen
Ik werkte ooit met een groep collega’s die niet wilden. Althans, niet met mij. En eigenlijk ook niet met anderen. Ik moest ze helpen veranderen. Maar ze wilden gewoon blijven doen wat ze al deden. Ik was de vooruitgeschoven post die probeerde hen mee te nemen in nieuwe dingen.
Het liep niet goed af.
Voor mij, althans (overspannen). Voor hen denk ik prima. Geen idee. We hadden geen wederzijdse behoefte aan contact, nadat ik was vertrokken. Als ik echt ga zoeken, zitten ze waarschijnlijk nog ergens diep in mijn LinkedInkaartenbak.
Anyway (2). In die tijd had de afdeling een oude rot in het vak, die zag wat er gebeurde. Hij probeerde me te helpen door op een blaadje papier uit te leggen waarom het heel lastig is om sommige mensen in beweging te krijgen. Ik denk dat hij me probeerde te waarschuwen.
Wat hij voor me tekende heet - weet ik nu - de Skill Will matrix. Het gaat over gedragsverandering. Je hebt twee assen van laag naar hoog, en twee dimensies: will en skill. Betrokkenheid en kunde. Je hebt mensen die niet kunnen maar wel willen, mensen die niet willen en niet kunnen, mensen die wel kunnen en wel willen en mensen die wel kunnen maar niet willen.
Het probleem was, legde hij uit, dat mijn collega’s gedeeltelijk hoorden in het kwadrant van wel kunnen/niet willen, en gedeeltelijk in het kwadrant van niet kunnen/niet willen.
Het inzicht heeft me niet geholpen om Succesvol te zijn in die baan, helaas. Maar ergens was het een troost om te zien hoe het kwam dat ik tegen de muur bleef aanlopen.
Wel willen maar niet moeten
Ik moest aan die matrix denken toen ik bezig was om te bedenken hoe je nou kunt doen wat je wil en niet alleen wat je moet. Eigenlijk heb je dus nog een soort extra dimensie. Of een extra kwadrant. Of misschien iets dat hier buiten ligt.
Er zijn dingen die je moet doen omdat ze bij je werk horen. In mijn geval zijn dat veel dingen die afgesproken zijn op het hoogste niveau: met de Eerste en Tweede Kamer. Die moet je gewoon doen. En die wil ik ook doen, dus dat is mooi.
Dingen die je moet doen omdat het bij je werk hoort, en waar je gek van wordt, zoals lijstjes en rapportages. Die wil ik wel doen maar niet van harte.
Maar er zijn ook dingen die ik niet hoef te doen maar die ik wel zou willen doen. Dingen waarvan ik vind dat ze moeten gebeuren. Omdat ze nodig zijn, in mijn bescheiden mening.
De vraag is: hoe doe je dat? Je kunt alleen tijd vinden voor wat je wil doen als je eerst hebt gedaan wat je moet doen.
Ga je de dingen die je moet doen:
Uitbesteden?
Sneller of slimmer doen?
Minder goed doen?
Later doen?
NIET doen (‘prioriteren’)?
Sommige dingen kunnen gewoon niet sneller. En soms zijn er niet genoeg mensen om alles te doen. En soms kun je niet uitstellen. En is het onaanvaardbaar om ze minder goed te doen.
Dus de vraag is: wanneer doe je die extra dingen? Dingen die je zou willen doen?
Je kunt niet alles
Toen ik nog zelfstandig was, voelde het alsof ik alles zou kunnen doen doen. Een eigen bedrijf beginnen (anders dan mijn zzp-schap). Een boek schrijven. Een blog starten :) Vooral dat boek schrijven moest in de vroege en late en vrije uurtjes gebeuren. Want ik had genoeg werk om me verder bezig te houden.
De afgelopen week had ik een aantal grote dingen te doen - dingen die ik wilde doen maar niet hoefde te doen. Ik had mezelf goed onder druk gezet door die dingen ook te beloven aan mensen en aan te bieden. Vanaf nu een wekelijkse update over X, meelezen op twee strategische stukken, en twee strategische stukken zelf schrijven als aanzet voor anderen.
Het voelde alsof ik weer een boek ging schrijven. Iets dat ik wil, maar niet hoef.
Wat bleek: de enige uren die ik kon vinden waarop ik echt rust had en me kon concentreren en niet aan het werk was of voor mijn gezin zorgde, waren de vroege otchtenduren.
Extra
De afgelopen week schrapte ik daarom twee grote dingen die ik wilde doen maar niet hoefde, van mijn lijstje. Ik deed twee dingen die ik beloofd had en waar ik mensen mee kon helpen. Maar ik besloot de twee dingen die ik besproken had maar die niemand anders belangrijk genoeg vond om zelf te doen te laten zitten.
Lastig hoor.
Sommige dingen zijn gewoon extra, kennelijk. Ze passen niet in je gewone werk- of gezinsdag. Als je ze echt wil doen, moeten ze daarbuiten om. Sporten, vrienden, hobby’s. Grote strategische stukken - ik noem maar een dwarsstraat.
Als je iets wilt doen dat je wilt, maar niet moet, moet je de extra tijd vinden.
Sommige dingen zijn extra. En zoveel extra uren heb je niet in een dag.
De vraag is: ga je ze besteden aan TikTok (zoals ik soms doe)? Aan Netflix? Of aan belangrijker dingen?
Elja